Nog steeds actueel
Dit artikel hierna is in 2001 gepubliceerd in Trouw.
Krabbenmand
Waar blijven de Marokkaanse progressieven? vroeg Nora Azarkan zich woensdag op Podium af. 'Nemen zij het conservatisme in bescherming ten koste van hun principes? Durven zij (voor)oordelen uit de dominante cultuur niet aan? Of bestaan zij niet?' aldus de ex-voorzitter van de Marokkaanse Vrouwen Vereniging.
Steeds vaker en luider wordt Azarkans vraag nog breder getrokken: waar blijven de allochtone intellectuelen?
De vraag klinkt echter niet omdat de inbreng van de allochtone intellectuelen in het openbaar debat op sociaal, economisch, politiek of cultureel gebied wordt gemist. Men verwacht van hen niet een deugdelijke analyse van de economische toestand van het land en hoe het begrotingsoverschot het komende jaar het beste besteed moet worden. Van de intellectuele allochtoon wordt vooral verwacht dat hij de pen ter hand neemt om zich te mengen in het vermoeiende debat over homoseksualiteit en de islam en de hoofddoek.
Ik hoor in mijn omgeving geregeld moslims zich beklagen over het feit dat de media hen uitnodigen om commentaar te leveren, maar dan wel binnen de grenzen die zij stellen. De door de media gezochte allochtone intellectuelen moeten verstand hebben van de islam, maar het is wel de bedoeling dat zij met dat 'achterlijke geloof' niets hebben. Zij drukken zich uitsluitend uit in een vocabulaire die in vrijzinnige kringen tot norm is verheven, hebben de gemeenschap waartoe zij ooit hebben behoord niet langer nodig voor hun carrièreverloop en durven 'hun mensen' af te vallen.
Kortom intellectuelen die alleen nog qua kleur anders zijn dan de andere vrije denkers.
En juist deze intellectuelen zijn nog te weinig opgestaan. Publicist Mohammed Benzakour noemde hen onlangs in de Volkskrant een 'schaars product'. En diegenen die dat stempel intellectueel verdienen, zijn nog onderweg, zijn bezig met een rijpingsproces en moeten niet te snel voor de leeuwen gegooid worden.
In zekere zin heeft Benzakour gelijk. Maar er is meer. De intellectuele voorhoede onder de moslims is niet alleen schaars, maar ondervindt zoveel tegenwerking uit de eigen gelederen dat deze het uit zijn hoofd laat flink aan de weg te timmeren. Het lijkt soms op een krabbenmand. Als er één een poging doet de groep de rug toe te keren, zullen anderen er alles aan doen de ontsnappingspoging in de kiem te smoren. Het verzet wordt doorgaans gepleegd door lieden in de tweede linie die er niet van houden dat de jonge voorhoede afrekent met het zielige imago van allochtonen. Dat komt hen niet goed uit.
Slagen zij wel in hun vluchtpoging, dan worden ze als overlopers en verraders beschouwd. De druk uit eigen kring om vooral bij de groep te blijven en juist voor de groepsbelangen op te komen, kan soms moordende vormen aannemen.
Intellectuelen die deze druk wel kunnen weerstaan en zich 'aan de overkant' een plek proberen te verwerven, zoals het VVD-Tweede-Kamerlid Oussama Cherribi, dreigen op hun beurt van een koude kermis thuis te komen. Ze ontdekken dat Nederlanders, die graag willen dat zij zich als vrije denkers opstellen, voor hen geen rode loper hebben uitgerold.
Integendeel, zij ontdekken dat ze permanent het bewijs moeten leveren dat ze degenen zijn die zij pretenderen te zijn. En zie daar het begin van een persoonlijk drama.
Nee, de intellectueel van islamitischen huize zwijgt voorlopig en blijkt niet bereid te zijn alle schepen achter zich te verbranden. De prijs van spreken is te hoog en de opbrengst ongewis.