Feminisme gaat niet over hoofddoekjes

02-05-2013 09:12

 

Dit artikel is een samenvatting van een verhaal dat ik op 24 april 2001 in Trouw heb gepubliceerd.

 

Er zijn veel vrouwen met een hoofddoek die streven naar een hogere opleiding en economische zelfstandigheid. Steun die vrouwen hoe dan ook in hun weg omhoog en maak niet zo'n punt van hun kleding.

 

Ik betreur het gebrek aan solidariteit met allochtone vrouwen dat zij hiermee tentoonspreidt. De betrokken vrouwen worden er niet beter van. Bovendien leidt het af van de werkelijke problematiek: de hoofddoek op zich is niet belangrijk, de achterliggende motieven en de oorzaken juist wel.

Vrouwen met een islamitische achtergrond, met name Marokkaanse, Turkse en Somalische vrouwen, kampen in Nederland met een achterstand op allerlei gebieden. In vergelijking met andere groepen is hun arbeidsparticipatie laag evenals hun onderwijsniveau. Daarnaast worden ze vaak geconfronteerd met problemen rondom de opvoeding en worden ze onderdrukt door hun mannen en de sociale controle in hun gemeenschappen.

Deze groep is in een emancipatiefase waarin juist extra hard gewerkt moet worden aan het bevorderen van hun arbeidsparticipatie, hun deelname aan scholing en onderwijs. Er dient gewerkt te worden aan hun bewustwording met methoden die ook voor hen acceptabel zijn en rekening houden met hun gevoeligheden. Zolang deze vrouwen nog geen economische zelfstandigheid en hoge(re) opleidingen hebben, blijven ze namelijk de gevangenen van de rollen die door mannen voor hen bepaald zijn.

Ook dient men te beseffen dat de motieven van vrouwen om een hoofddoek te dragen verschillen. Ik ben het met de opvatting eens dat in principe een hoofddoek een kledingstuk is dat vrouwen moeten dragen om seksueel onaantrekkelijk voor mannen te zijn. Er zijn echter ook andere factoren.

Sommige vrouwen dragen een hoofddoek vanwege hun geloofsovertuiging en zien het als een individuele keuze die op hun eigen interpretatie van hun godsdienst gebaseerd is; zij hebben geen enkele moeite met andere standpunten. Deze categorie bevat in Nederland behalve islamitische vrouwen en meisjes ook christelijke en joodse vrouwen.

Andere vrouwen dragen het omdat zij bang zijn voor hun ouders of mannen: zij zien het hoofddoekje als een 'paspoort' om 's ochtends de deur uit te kunnen gaan naar school of het buurthuis en om 's avonds het huis weer binnen te kunnen komen. Deze vrouwen dragen hun hoofddoekjes pragmatisch en zien het als een manier om hun doelen te bereiken zoals het afmaken van een opleiding of het kunnen uitgaan.

De derde groep is de eerste generatie vrouwen. Zij dragen het hoofddoekje vaak uit traditionele overwegingen. Zij hebben hun leven lang niets anders gedaan en als je hen vraagt waarom zij een hoofddoek dragen, antwoorden zij dat het op straat lopen zonder een hoofddoek aanvoelt als lopen zonder kleren. Deze groep heeft geen moeite met een stukje haar zichtbaar te laten.

De vierde groep noem ik de fundamentalisten. Deze vrouwen zijn georganiseerd, gaan bewust aan het werk met andere vrouwen met het geven van lezingen en koranlessen en zijn principieel tegen secularisatie en internationale verdragen rondom vrouwenrechten. Volgens deze groep is de volledige 'haarbedekking' verplicht.

In alle gevallen gaat het niet om de hoofddoek zelf, maar om de achterliggende opvattingen.

Nora Azarkan − 24/04/2001 en aangepast op 2 mei 2013.